top of page

De leerkracht

Titel: Veilig internetten

Onderwerp: Het maken van een poster over veilig internetten

Schooltype: Basisschool

Bestemd voor: de middenbouw, groep 5 en 6

Vakgebieden: Beeldende vorming, media en taal

Uitvoering door: groepen van ongeveer 3 à 4 kinderen

Tijdsinvestering: ongeveer 3 uur

Opbrengst: Een poster met tips en tops over het internet. Deze poster is leuk versierd en heeft een goede titel

 

Leerpunten:

Beginopdracht: stopmotion filmpje

Als eerste krijgen de leerlingen een stopmotion filmpje te zien. In het filmpje is te zien dat je je wachtwoord niet aan onbekende mensen moet geven.

 Met het stopmotion filmpje leren de kinderen dat je niet alles op het internet kunt zeggen en vragen. Ook leren ze een eigen mening te vormen.

Stap 1: Woordweb

Bij stap 1 maken de leerlingen een woordweb. Ze schrijven op waar ze aan denken bij het woord internet.

De leerlingen leren bij deze opdracht om samen te werken. Ook leren ze van elkaar nieuwe woorden die met internet te maken hebben.

Stap 2: Intergrap

Bij stap 2 ontdekken de leerlingen wat je wel en niet op het internet moet zetten, doen en plaatsen. Op een werkblad vullen ze in wat je wel op het internet kan plaatsen en wat niet. Bij deze opdracht mogen de leerlingen gebruik maken van de zoekmachines.
De leerlingen leren bij deze opdracht om samen te werken. Ze leren te zoeken op internet. Ook denken ze na over wat wel en niet kan op het internet.

Stap 3: Wachtwoorden

Bij stap 3 houden leerlingen zich bezig met wachtwoorden. Ze lezen met hun groepje twee artikelen die te maken hebben met wachtwoorden. Als ze willen, mogen ze extra informatie opzoeken op internet. Als de leerlingen de artikelen hebben gelezen, maken ze een werkblad. Op het werkblad staan een aantal vragen (waarvoor gebruik jij je wachtwoord, wat is een goed wachtwoord en wat niet? enzovoort), een aantal invuloefeningen en naar aanleiding van de invuloefeningen geven ze advies. Na het werkblad bedenken de leerlingen met hun groepje zelf een wachtwoord en deze laten ze controleren op een site.

De leerlingen leren bij deze opdracht om samen te werken. Ze leren om dingen op te zoeken op internet. Verder krijgen meer kennis over wachtwoorden (wat is wel en niet slim). Als leren ze zelf een goed wachtwoord te bedenken.

Stap 4: Stellingen

Bij stap 4 gaan de leerlingen discussiëren met hun groepje naar aanleiding van een aantal stellingen. Voordat ze de stellingen krijgen, bekijken ze met hun groepje een filmpje zodat ze weten hoe je een discussie moet voeren. Daarna lezen ze de stellingen. Iedere leerling bekijkt voor zichzelf of hij/zij het eens is met de stelling.  Nadat iedereen zijn/haar eigen mening heeft gevormd, gaan ze hierover in discussie. Uiteindelijk vormen ze een gezamenlijke mening. Dit vullen ze in op het blad van de stellingen.

De leerlingen leren bij deze opdracht om een mening te vormen. Ook leren ze een goede argumentatie te vormen om hun mening te verdedigen. Ze leren om een discussie te voeren. Voor de meeste leerlingen is dit nieuw.

Stap 5: Quiz

Bij stap 5 testen de leerlingen hun eigen kennis door middel van een online quiz. Deze quiz maken ze samen met hun groepje.

De leerlingen leren bij deze opdracht om samen te werken. De leerlingen leren bij deze opdracht ook om te discussiëren. Dit doen ze als de meningen verschillen in het groepje. Door de quiz halen ze hun kennis weer op. Daarna kunnen ze aan de slag met de eindopdracht.

Eindopdracht: Poster

De kinderen maken met hun groepje een poster waar tips en tops op komen over veilig internetten. Deze posters worden versierd en krijgen een leuke en originele titel. Als de posters af zijn, worden ze opgehangen in de school. De kinderen kunnen bij het kopje beoordeling kijken waar de poster aan moet voldoen.

De leerlingen leren bij deze opdracht om samen te werken. Ook laat deze opdracht de kinderen aan het denken zetten over veilig internetten. De creativiteit van de leerlingen wordt gestimuleerd en de leerlingen leren bronnen te gebruiken.

Bronnen

De leerlingen kunnen op deze pagina nog extra informatie vinden. Er staan 5 reguliere zoekmachines, 6 informatiebronnen (artikelen), 2 interactieve sites (spelletjes) en verder zijn er nog een aantal filmpjes.

De materialen die nodig zijn voor deze webkwestie zijn:

- Laptops en/of computers

- Koptelefoons

- A3 papier voor de posters

- Gekleurd papier

- Potloden

- Wasco

- Stiften

- Ander knutselmateriaal

- Lijm

- Als er te weinig computers ter beschikking zijn, worden de werkbladen geprint

Makers:

Nardy Meijer

Isabelle van Tilburg

Nina Baars

Niels Rabelink

Contactpersoon is Nardy Meijer

nardymeijer@hotmail.com

bottom of page